Vroeger vertelde men ons dat we voor de breuk mochten nemen. Natuurlijk drong het niet bij iedereen door dat dit een benadering was. Een bewijsje:
Neem de functie
Vroeger vertelde men ons dat we voor de breuk mochten nemen. Natuurlijk drong het niet bij iedereen door dat dit een benadering was. Een bewijsje:
Neem de functie
Pi is de verhouding tussen de omtrek en de middellijn van een cirkel:
Dit leidt tot de misvatting dat pi een rationaal getal is, want het kan geschreven worden als een breuk! We vergeten hierbij dat, in een breuk, felle en noemer gehele getallen moeten zijn. Maar bij pi is hetzij de omtrek , hetzij de diameter irrationaal.
Het idee van pi als constante bestaat al lang. De Egyptenaren schatten het op en de Mesopotamiërs gaven het de waarde van .
Archimedes was de eerste die pi grondig onderzocht. Door veelhoeken in een cirkel te tekenen en hun omtrek te berekenen, kon hij pi schatten tussen en . sinds Archimedes is de nauwkeurigheid van pi groter geworden. Dank zij de computer kennen we nu pi tot op miljarden cijfers nauwkeurig.
Een paar schattingen door de eeuwen heen:
Het symbool , voor pi werd in 1706 geïntroduceerd door William Jones in zijn boek Synopsis Palmariorum Mathesis.
Pi kan ook voorgesteld worden door een reeks . De veertiende eeuws Indiase wiskundige Madhava gebruikte de volgende reeks :
Dit convergeert eerder traag naar pi. Euler gebruikte de reeks :
De Engelse wiskunde Wallis maakte gebruik van:
Het berekenen van de oppervlakte van een cirkel is een moeilijke zaak. Door de jaren heen heeft men geprobeerd een steeds betere benadering te vinden. Uiteraard valt dit probleem samen met het benaderen van pi. Bovenstaande tekening laat zien hoe ze dit probleem aanpakten in het zeventiende eeuwse Japan.
In het boek Kaison-ki Kömoku (1687 na Chr.), geschreven door Mochinaga Toyotsugu en Öhashi Takusei zien we dat ze de oppervlakte van een halve cirkel probeerden te benaderen door daarin smalle rechthoeken te tekenen en de oppervlakten daarvan op te tellen. Een beetje zoals de Riemann sommen… Het was de tijd waarin de sangaku’s werden gemaakt en Japan helemaal van de westerse wereld was afgezonderd.
Als we hun resultaat bekijken vinden we dat ze voor pi de waarde 3,01262848 bekwamen.
Madhava ( c.1340 – c. 1425) was een Indische wiskundige en astronoom die een formule vond voor .
Toch spreekt niemand hierover. Historici kennen de formule immers niet toe aan hem, maar aan de Schot James Gregory, die ze pas in 1667 officieel zou ‘ontdekken’. Madhava had ook gelijkaardige formules voor de sinus en de cosinus. Hij was de eerste die reeksen gebruikte om goniometrische functies te benaderen. Deze formules zijn tot bij ons beland via de jezuïten.