Het product 1.2.3.4….n wordt genoteerd door n! en noemt men n faculteit. De grootte van de faculteiten neemt zeer snel toe:
1!=1
2!=2
3!=6
4!=24
5!=120
6!=720
7!=5040
8!=40320
9!=362880
10!=3628800
Even snel nemen dus de waarden van de termen in de volgende som af:
We kunnen verwachten dat, naarmate n groter wordt, de waarde van zeer weinig zal toenemen en een bepaald getal niet zal overschrijden. We kunnen aantonen dat kleiner blijft dan 3.
Als we in k! elke factor, behalve de eerste, vervangen door 2, dan zien we duidelijk dat . Bijgevolg is kleiner dan . Vanaf de tweede term herken je hierin de som van de termen van een meetkundige rij.De limiet hiervan is . Hieruit volgt dat , voor toenemende n waarden, zeker kleiner is dan .
De getallen zijn termen van een naar boven begrensde , stijgende rij en dus zal die rij convergeren. Die limiet noemen we het getal e. Met te berekenen vindt we dat .
Het was de Schotse wiskundige John Napier die het eerst met dit getal geconfronteerd werd, toen hij werkte aan de eerste rekenlinialen.
Het getal werd door Euler het exponentiële getal genoemd. Vandaar ook, waarschijnlijk, de letter e voor dit getal. Het was ook Euler die de meeste eigenschappen van dit getal vond.