Soms kan het een grote hulp zijn de gegevens van het probleem te visualiseren. We denken dan uiteraard aan een meetkundig probleem waar een tekening ons kan helpen tot een oplossing te komen. Maar je kan ook werken met een Venndiagram, een boomschema of met grafen om je gedachten te ordenen.
Neem een driehoek ABC met hoeken en . Bewijs dan:
- Je kan proberen de ongelijkheid te bewijzen via een tekenschema. Nuttig hierbij zullen waarschijnlijk de formules van Simpson zijn.
- Maar bekijken we eens de grafiek van de sinusfunctie. Veronderstel . De hoeken zijn uiteraard allen kleiner dan .
- en . C is het midden van het lijnstuk .
- Het linkerlid van de gegeven ongelijkheid is de hoogte van het punt C en het rechterlid de hoogte van het punt D. Door de bolle vorm van de grafiek van de sinusoïde in is de ongelijkheid duidelijk.