Gegeven zijn een kromme en en een punt O. Door O trekt men een rechte die snijdt in en in . Op die rechte bepaalt men een punt P zodat . Wanneer men de rechte nu laat draaien rond O, is de meetkundige plaats van de punten P een cissoïde(afkomstige uit het Grieks: kimos = klimop).
De cissoïde van Diocles verkrijgt men als een rechte is die raakt in een punt A aan een cirkel (). Voor O neem je het punt op de cirkel diametraal tegenover A.
Neem O als oorsprong van het assenstelsel en de rechte OA als X-as. Veronderstel dat de straal van de cirkel gelijk is aan a. De cirkel heeft als vergelijking en de raaklijn heeft als vergelijking . Een willekeurige rechte door O kunnen we voorstellen door . Dan is en . Om de meetkundige plaats te vinden van de punten P, als de rechte rond O draait, moeten we elimineren uit en uit . Deze laatste voorwaarde bekomen we door de voorwaarde te projecteren op de X-as. Als resultaat krijgen we
In Geogebra: