Enkele leuke uitdrukkingen met 2025:
Een n x n Latijns vierkant is een vierkant matrix waarbij elk element slechts 1 keer voorkomt per rij en per kolom.
Een dubbel Latijns vierkant is een tabel voorstelling van een product van twee verzamelingen A en B waarbij elk koppel slechts eenmaal voorkomt; geen enkel element van A komt meer dan 1 keer voor in 1 rij of 1 kolom, zo ook voor de elementen van B.
Een uitdrukking zoals
wordt een oneindige kettingwortel genoemd.
Als we beide leden kwadrateren komt er:
of nóg . De positieve oplossing van deze vierkantsvergelijking is .
Stel hierin bijvoorbeeld , dan bekomen we:
In het bijzonder ontstaat er een natuurlijk getal indien een volkomen kwadraat is. Een paar voorbeelden:
Neem de functie en neem een willekeurige startwaarde . Bereken de functiewaarde van en noem die . Bereken vervolgens de functiewaarde van en noem die . We verkrijgen zo een rij getallen
Gaston Julia ( 1893-1978) publiceerde in 1919 zijn boek Mémoire sur l’iteration des fonctions rationelles waarin hij het iteratief gedrag van deze functie(s) onderzocht.
We bestuderen nu
de relatie in het complexe vlak. Als de rij begrensd is, dan gaan we de startwaarde plotten. De verzameling punten in het complexe vlak waarvoor de rij begrensd is noemen we de Julia verzameling horend bij c.
Er zijn op basis hiervan twee verzamelingen te construeren: de verzameling van de punten z0 waarvoor het iteratieve proces begrensd is (de Julia-set bij C) en de verzameling van de punten z0 waarvoor de verzameling niet-begrensd is. De rand van het “begrensdheidsgebied” wordt een “fractaal” genoemd, de Julia-fractaal bij c.
Dit levert zeer mooie figuren :
Of de san Marco fractaal en het dendriet…
Bij wiskundig onderzoek start men met een open probleem en men probeert een oplossing hiervoor te vinden. Het zoeken op zich naar een oplossing doet de wiskunde groeien en schept frisse ideeën waarin strategieën worden ontwikkeld om die open problemen aan te pakken. Vaak is het dan zo gelopen in de geschiedenis dat de ontstane theorie toepassingen biedt die veel uitgebreider zijn dan men aanvankelijk kon vermoeden, of zoals d’Alembert ooit zei:
Soms heeft de onderzoeker in de aanvangsfase zelf geen besef van de draagwijdte van zijn vondst. Het is een beetje te vergelijken met een uitspraak van professor Adhemar uit de strips van Nero:
Ik voel dat ik weer iets prachtigs heb uitgevonden, maar ik weet nog niet waarvoor het dient.
Als de theorie die ontwikkeld werd door de onderzoeker geen noemenswaardige toepassingen blijkt te hebben, zal deze theorie een natuurlijke dood van vergetelheid sterven. Maar als het om een goed stuk wiskunde gaat, zal het de uitvinder overleven en geïntegreerd worden in de totale wiskundekennis van dat moment. Het zal zich zelfstandig ontwikkelen, los van de problemen waaruit het is ontstaan en waarschijnlijk nieuwe interessante problemen oproepen, die weer onderzocht kunnen worden en zo is de cirkel rond.
Een typisch voorbeeld is de grafentheorie, die voortkwam uit het probleem om een route te vinden om over alle bruggen te wandelen in Königsburg, waarbij elke brug precies 1 maal gebruikt zou worden en waarbij men terugkeert naar het startpunt.