We geven eerst de definitie : en . Uit deze definitie leid je onmiddellijk af dat en .
Andere eigenschappen:
- (driehoeksongelijkheid)
De grafiek van de functie wordt gegeven door:
De eindige rekenkunde, ook wel modulaire rekenkunde genoemd, wordt beschreven in het boek Disquisitiones Arithmeticae van Gauss, een buitengewoon invloedrijk werk uit 1801, toen de auteur nog maar vierentwintig jaar oud was.
Stel . Indien en bij deling door dezelfde rest geven, d.w.z. indien voor zekere , heten en congruent modulo . We noteren mod m.Zo is bijvoorbeeld mod 5, mod 8 en mod 13.
Enkele eigenschappen :
Rekenen met congruenties lijkt erg op het rekenen met vergelijkingen. Er is echter een belangrijk verschil: uit mod m met mod m hoeft niet te volgen dat mod m. Zo is mod 10 maar 12 is niet congruent met 7 modulo 10. In andere gevallen gaat het wel op. De voorwaarde waarop de vereenvoudiging met wel kan, is dat onderling ondeelbaar is met .
Dus als mod m en ggd(c,m) = 1, dan is mod m.
Als ggd(c,m) = d, dan volgt uit mod m dat mod( ).
Rekent men modulo , dan zijn er verschillende soorten getallen, al naar gelang ze verschillende resten geven bij deling door . De verzameling van alle gehele getallen die eenzelfde rest geven heet een restklasse modulo . Er zijn dus precies verschillende restklassen modulo . De restklasse die een getal bevat, noteert men als . Deze notatie is natuurlijk niet eenduidig bepaald, want als mod m, stellen en dezelfde restklasse modulo voor en omgekeerd.
Werken we modulo 4 dan is , , , .
Men kan in de verzameling restklassen modulo , genoteerd door , een optelling en een vermenigvuldiging defini\”eren via en . Deze rekenregels lijken erg op de regels van optelling en vermenigvuldiging van gehele getallen.
Eigenschappen :
Veronderstel dat we de rest willen bepalen van bij deling door 7. Omdat mod 7 en mod 7, moet mod 7 mod 7 mod 7. Dus de rest bij deling van door 7 is 2. We moeten daarvoor het product niet uitrekenen.
Gegeven zijn 2 natuurlijke getallen en . Het grootste natuurlijk getal dat zowel een deler is van als van heet de grootste gemene deler van en . Notatie : ggd[a,b). Het kleinste getal dat zowel een veelvoud is van als van , heet het kleinste gemene veelvoud van en . Notatie : kgv(a,b).
Men kan de grootste gemene deler en het kleinste gemene veelvoud van 2 getallen bepalen door beide getallen te ontbinden in priemfactoren. Vooral bij grotere getallen kan dit een omvangrijk werk zijn. Er is een veel snellere methode. Deze berust op de eigenschap dat als , dan geldt er dat ggd (a,b) = ggd(a,r). Elke deler van en is immers ook een deler van en omgekeerd elke deler van en is ook een deler van . Deze werkwijze noemt men het algoritme van Euclides.
We berekenen de ggd van 1970 en 1066 op twee manieren:
Via dit algoritme kan men ( zoals hieronder in de stelling van Bezout vermeld wordt) de grootste gemene deler van 2 getallen schrijven als een lineaire combinatie van die twee getallen.
ggd(1970,1066)= 2= 6 – 4 = 6 – (10 – 6) = 2.6 – 10 = 2.(16 – 10) – 10 = 2.16 – 3.10 = = 377.1066 – 204.1970.
Enkele eigenschappen
Elk samengesteld getal kan geschreven worden als het product van kleinere factoren. Als minstens 1 van beide samengesteld is , kan men die ook weer schrijven als product van kleinere factoren. Zo kan men doorgaan tot er slechts priemgetallen als factoren overblijven. men kan een samengesteld getal in het algemeen op verschillende manieren via een aantal tussenstappen in priemgetallen ontbinden. Het uiteindelijk resultaat, de ontbinding in priemfactoren, is steeds hetzelfde. Dit resultaat staat bekend als de hoofdstelling van de rekenkunde:
Deze eigenschap is in andere getalsysytemen niet noodzakelijk waar. Beschouw de verzameling van de even getallen . Sommige ervan kan men schrijven als het product van even factoren, bijvoorbeeld . Bij andere is dat niet mogelijk. We noemen even getallen die niet het product zijn van even factoren even-priemgetallen. Een even getal is te schrijven als product van even-priemgetallen, maar zo een ontbinding hoeft niet eenduidig te zijn. Zo is
Als een getal ontbonden is in priemfactoren, dan kan men het aantal delers bepalen. Stel dat dan heeft juist delers.
De getaltheorie houdt zich bezig met het onderzoek van eigenschappen van gehele getallen, en meer in het bijzonder , van natuurlijke getallen. In de getaltheorie is het gebruikelijk onder de verzameling van de natuurlijke getallen te verstaan de verzameling , 0 wordt dan dus niet tot gerekend.
Een getal is een deler van als er een geheel getal bestaat waarvoor geldt dat . We noteren . We noemen dan een veelvoud van .
Bij elk tweetal natuurlijke getallen en bestaan er gehele getallen ( voor quotiënt ) en ( voor rest ) zo , dat
Een natuurlijk getal, groter dan 1, dat geen delers heeft buiten 1 en zichzelf noemt men een priemgetal. Een getal, groter dan 1, dat geen priemgetal is heet een samengesteld getal. Het getal 1 is dus per definitie noch priem noch samengesteld.
Een paar eigenschappen :