De zesde IMO werd gehouden in Moskou. Er waren nu reeds 9 deelnemende landen allemaal uit het Oostblok met daarbij Mongolië. Verdere info kan je hier lezen. De vragen staan hier.
Categorie archieven: Geen categorie
Heuristiek : Blikwissel
Door onze wiskundige ervaring beperken we ons soms tot die oplossingsmethoden die in het verleden steeds gewerkt hebben. Daardoor zie je soms een eenvoudige uitkomst over het hoofd. Een belangrijke heuristiek is bijgevolg: het probleem op een andere manier bekijken. We noemen dit blikwissel.
We doen alsof we de oplossing hebben en werken zo terug tot we terechtkomen bij een situatie die we wel meester zijn. We proberen een omgekeerde redenering op te zetten door van achter naar voor werken. We leven ons in in de personen, dieren, zaken die in de vraag voorkomen en bekijken het probleem eens vanuit hun standpunt. We kijken naar andere dingen, die niet rechtstreeks gevraagd zijn. We vragen ons af wat de voorlaatste stap van de oplossing zou kunnen zijn.
Bekijken we volgend voorbeeld:
Je beschikt over twee emmers, één van 9 liter en een van 4 liter. Hoe kan je hiermee precies 6 liter water uit een waterput afmeten?
We vragen ons af wat de voorlaatste stap van de oplossing zou kunnen zijn. Om 6 liter in de emmer van 9 liter over te houden, willen we die helemaal vullen en er 3 liter uit wegnemen. Dit lukt als we in de kleine emmer 1 liter water hebben staan. Hoe kunnen we nu 1 liter maken met deze twee emmers? Nu is . Onze strategie is dus:
- Vul de grote emmer.
- Vul hiermee de kleine emmer en ledig die. Je hebt dus 4 liter uit de grote emmer weggegoten.
- Giet nogmaals 4 liter van de grote emmer in de kleine en ledig die weer.
- Giet de overblijvende liter in de kleine emmer.
- Vul de grote emmer met 9 liter.
- Giet van de grote emmer zoveel water over tot de kleine emmer helemaal gevuld is.
- Nu blijft er 6 liter over in de grote emmer.
Bewijs door inductie
Vaak bestaat een probleem erin aan te tonen dat een bepaalde eigenschap geldt voor elk natuurlijk getal. Als je wilt weten of iets waar is voor alle natuurlijke getallen n (dus voor n = 1, 2, 3, . . .), kun je ze niet allemaal afgaan: daar zou je oneindig lang mee bezig zijn. Inductie is eigenlijk een verzameling van bewijstechnieken die de waarheid van een stelling voor alle elementen van een verzameling aantonen door gebruik te maken van de onderliggende structuur van de verzameling. Om de geldigheid te bewijzen van een uitspraak van de vorm " Voor ieder natuurlijk getal geldt ", waarbij staat voor een bewering (propositie) waarin voorkomt, maakt men vaak gebruik van deze methode. Lees meer hierover in volgend artikel, waar een paar voorbeelden worden uitgewerkt en waar ook een heleboel opgaven staan.
Biljarten onder een hoek van 45°
Als je een biljart tafel hebt van 99 op 101 en je schiet , vanuit de linkerbenedenhoek, een bal weg onder een hoek van 45°, waar komt die dan terecht. In één van de hoeken? En zo ja, na hoeveel botsingen? Lees meer hierover in volgend artikel.
Modulorekenen
De eindige rekenkunde, ook wel modulaire rekenkunde genoemd, wordt beschreven in het boek Disquisitiones Arithmeticae van Gauss, een buitengewoon invloedrijk werk uit 1801, toen de auteur nog maar vierentwintig jaar oud was.
Stel . Indien en bij deling door dezelfde rest geven, d.w.z. indien voor zekere , heten en congruent modulo . We noteren mod m.Zo is bijvoorbeeld mod 5, mod 8 en mod 13.
Enkele eigenschappen :
- Als mod m en mod m, dan is mod m.
- Als mod m en mod m, dan is mod m.
- Als mod m en , dan is mod m.
- Als mod m dan is voor elke : mod m.
- Als mod m en mod m, dan is mod m.
Rekenen met congruenties lijkt erg op het rekenen met vergelijkingen. Er is echter een belangrijk verschil: uit mod m met mod m hoeft niet te volgen dat mod m. Zo is mod 10 maar 12 is niet congruent met 7 modulo 10. In andere gevallen gaat het wel op. De voorwaarde waarop de vereenvoudiging met wel kan, is dat onderling ondeelbaar is met .
Dus als mod m en ggd(c,m) = 1, dan is mod m.
Als ggd(c,m) = d, dan volgt uit mod m dat mod( ).
Rekent men modulo , dan zijn er verschillende soorten getallen, al naar gelang ze verschillende resten geven bij deling door . De verzameling van alle gehele getallen die eenzelfde rest geven heet een restklasse modulo . Er zijn dus precies verschillende restklassen modulo . De restklasse die een getal bevat, noteert men als . Deze notatie is natuurlijk niet eenduidig bepaald, want als mod m, stellen en dezelfde restklasse modulo voor en omgekeerd.
Werken we modulo 4 dan is , , , .
Men kan in de verzameling restklassen modulo , genoteerd door , een optelling en een vermenigvuldiging defini\”eren via en . Deze rekenregels lijken erg op de regels van optelling en vermenigvuldiging van gehele getallen.
Eigenschappen :
- .
- .
- .
- Er is een unieke restklasse met , namelijk .
Veronderstel dat we de rest willen bepalen van bij deling door 7. Omdat mod 7 en mod 7, moet mod 7 mod 7 mod 7. Dus de rest bij deling van door 7 is 2. We moeten daarvoor het product niet uitrekenen.