Gegeven zijn twee cirkels met stralen 4 en 11. De afstand tussen hun middelpunten is 25. Bepaal de som van de lengtes van een inwendig en een uitwendig gemeenschappelijke raaklijn.
Antwoord
- Verbind de middelpunten van de cirkels met de raakpunten A en A’ en teken door A’ een evenwijdige met de rechte die de middelpunten van de twee cirkels (de centraal) verbindt.
- De onderste driehoek is rechthoekig. De schuine zijde meet 25 en één van de rechthoekszijden is 11-4=7. Dus is, volgens Pythagoras y=24.
- Noteer met S het snijpunt van de centraal met TT’.
- De driehoeken OTS en MT’S zijn gelijkvormige rechthoekige driehoeken. Dus . Bijgevolg is .
- Dan is .
- Tenslotte is de gevraagde som gelijk aan x+y=44.