Als a,b en c de maatgetallen voorstellen van de zijden van een driehoek, dan geldt
Antwoord
- Omdat a,b en c de maatgetallen voorstellen van de zijden van een driehoek, weten we dat elke zijde kleiner is dan de som van de twee andere zijden. Dus bijvoorbeeld

- Dan is
.
- Door toepassing van de driehoeksongelijkheid op het eerste deel van de noemer vinden we dat
![Rendered by QuickLaTeX.com \[\frac{a}{b+c}<\frac{2a}{a+b+c}\]](https://usercontent.one/wp/www.wiskundemagie.be/wp-content/ql-cache/quicklatex.com-62becc3f676b45dc0c1dbce1d5a4a20b_l3.png?media=1678572382)
.
- Op analoge wijze vinden we dat
en
.
- Alles samenvoegen geeft
![Rendered by QuickLaTeX.com \[\frac{a}{b+c}+\frac{b}{c+a}+\frac{c}{a+b}< \frac{2a+2b+2c}{a+b+c}=2\]](https://usercontent.one/wp/www.wiskundemagie.be/wp-content/ql-cache/quicklatex.com-f42d27fa884f8b8f97edf79d9c87f487_l3.png?media=1678572382)
- Omdat a,b en c de maatgetallen voorstellen van de zijden van een driehoek, weten we dat elke zijde kleiner is dan de som van de twee andere zijden. Dus bijvoorbeeld
- Dan is
.
- Door toepassing van de driehoeksongelijkheid op het eerste deel van de noemer vinden we dat
.
- Op analoge wijze vinden we dat
en
.
- Alles samenvoegen geeft